Ik
volg ze steevast met mijn blik, de vrouwenderriére in witte broek.
Ik kan er niks aan doen.
Het triggert mijn nieuwsgierigheid: hoe doet
ze dat?
Op
zich is het al opmerkelijk dat ze de broek zo spierwit krijgt. Welk
wasmiddel gebruikt ze? En hoeveel?
Maar
nog straffer: hoe houdt
ze haar broek zo wit?
Zij
gaat toch ook wel eens zitten? Zij heeft toch ook een kind of
kleinkind met snottebellen en plakpollen?
En
zij schuurt toch ook wel eens langs de ketting van haar fiets?
Welk
speciaal trainingsprogramma heeft zij gevolgd?
Is
het een missie, waar andere levensbehoeften voor moeten wijken?
Ik
bekijk haar met speciale eerbied, maar ook met argwaan.
Wat schuilt
er achter het witwassen van die broek?
Heimelijk
verdenk ik zo'n vrouw ervan dat ze wekelijks een nieuwe koopt.
Of
heeft ze een slaaf in huis die de grauwe plekken elke dag met niet
aflatende inspanning weer wit schrobt?
Misschien bestaat er wel een
speciaal product, 'witbroeksel' of zo.
Eenmaal
in mijn toch al behoorlijk rijpe leven heb ik me eraan gewaagd.
Het
was een mooie losse katoenen zomerbroek. Spierwit. Na een uur was ze
rijp voor de wasmand. Het lijkt wel of zo'n broek een ingebouwde
vuilmagneet heeft.
Bij de derde wasbeurt ging het mis: er was stiekem
een rode sok mee in de wasmachine geglipt. De broek eindigde, met
enig schaamroze, in de zak voor spullenhulp.
Het
blijft dus een mysterie, maar één ding staat vast: zo'n broek
is niks voor mij. Gewogen en te wit bevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.