Op het einde van de maand
eet ze altijd veel Aldi-pasta met tomaat uit blik. Dus de fiets die
ze zo graag wilde, werd een tweejarenproject. Ze zag hem staan
blinken in de etalage, en hoopte maar dat een ander er niet mee zou
gaan lopen. Of gaan fietsen, dus. Stiekem praatte ze soms tegen hem,
in de hoop dat hij aan haar gehecht zou raken, en zich minder zou
uitsloven als iemand interesse voor hem toonde.
Of ze geen lening kon
krijgen, had ze aan de fietsenmaker gevraagd. Maar die had nee
gezegd, met een gezicht dat toch enige spijt betuigde. Ze begreep het
wel.
Uiteindelijk was het haar
gelukt. Het was alsof ze een lang verdwenen vriend van het vliegveld
ging halen. Haar maatje. De fietstassen die de verkoper erbij
probeerde te verpatsen had ze geweigerd, zich een beetje tegenover de
fiets excuserend. Ze had haar oude tassen nog, en daar zou hij het
voorlopig mee moeten doen. Misschien later. De fiets van zijn kant
pardonneerde zich voor zijn matige onderdelen, maar zij was dolblij
met hem. Wat leek dat lang geleden.
Een fiets kan natuurlijk
niet alle vrouwelijke behoeften vervullen, dus was ze op zoek gegaan
naar een nieuwe relatie. En die was er nu. Ze waren meteen
holderdebolder van stapel gelopen, ze was tot ver over haar oren
verliefd. Haar prins op het witte paard.
Vorige week slenterden ze
arm in arm door de stad, niet meer nodig dan elkaar.
Hij zag een prachtige jurk
in de etalage. Zij vond hem te duur en te chique, maar om hem
tevreden te stellen had ze hem toch eens gepast. Hij vond het
geweldig, maar ze wimpelde de lap stof af als een te grote
stijlbreuk, echt niks voor haar.
Ze voelde dan ook een
pijnlijke 'oei', toen hij er de volgende avond als verrassing mee
voor haar deur stond. Maar goed, het was wel een mooie jurk, en een
mens moet soms eens iets durven veranderen, niet?
Hij stond erop dat ze hem
direct aantrok, want ze gingen in een duurder restaurant eten, omdat
ze twee maand samen waren. Ze protesteerde, maar hij keek haar zo
verbaasd aan, dat ze toegaf. Ze genoot van de avond, maar hoopte toch
dat ze geen van haar vrienden zou kruisen.
En nu dit. Ze besloten
samen op fietsvakantie te gaan, en daar staat hij nu.
De nieuwe
sportfiets. Met lichtgewicht tassen. In de gang, naast haar eigen
geliefde ros. Het voelt als verraad, ze troost haar eigen fiets dat
die niet mee op reis kan, dat ze het zelf wel gezelliger had
gevonden, maar dat ze nu met iemand rekening dient te houden.
Hoe ondankbaar kan een
mens zijn? Wat wil ze eigenlijk nog meer? Hij is lief, heeft gevoel
voor humor, hij is intelligent, goed in bed, hij ziet er niet slecht
uit, en ja, hij heeft meer geld dan zij. Dat is ze niet gewoon. Maar
wat is haar probleem?
Die avond komt de prins haar
halen om bij zijn moeder te gaan eten. Als ze enthousiast de deur
opendoet, kijkt hij geschokt, en vraagt verbolgen waarom ze zijn
mooie jurk niet aan heeft. En dan weet ze het. Ze voelt precies waar
de knoop zit. En dat het ontwarren ervan niet tot een stevig touw zal
leiden.
Ze loopt verdrietig de
trap op, haalt de jurk, en duwt de nieuwe fiets met de tassen en de
jurk in zijn handen. Dat het zo niet werkt. Ze is niet met zijn geld
te kneden tot de door hem gewenste prinses. En dat het haar spijt
maar dat er geen weg terug is.
Hij begrijpt het niet.
Staart beduusd naar de sportfiets in zijn handen, als zij hem op haar
eigen fiets passeert, recht naar het café, om bij een paar de
laatste maanden enigszins verwaarloosde vrienden te gaan uithuilen.