“Dit is voor
altijd”. Hij zegt het rustig, alsof het vanzelfsprekend is.
Het meisje ontspant zich
in zijn armen.
“Ja”, zegt ze.
Het is nauwelijks hoorbaar.
Dan is het een hele tijd
stil.
“Stop de tijd!”
wil ik roepen, maar dan zou ik hen storen.
De eerste keer. De
oneindige liefde. Onoverwinnelijk. Samen kunnen ze elke tegenslag het
hoofd bieden. Nu nog.
Want ze weten nog
niet dat
eeuwig soms tijdelijk kan zijn, vooral in de liefde.
Alleen de dood is voor altijd.
Het is de eerste keer en
hoe zouden ze zich moeten voorstellen dat zo iets moois en puurs
kapot kan gaan.
Maar liefde is zo
berekenbaar als het weer. Even onverwacht als de zon, komen de
wolken. En in het slechtste geval ploft de geliefde met een rotsmak
van zijn piƫdestal. Niks onaantrekkelijker dan hem onelegant zijn
wonden te zien likken. Zich daarbij in niets meer onderscheidend van
de gewone sterveling. Alleen wat naakter in zijn onvolmaaktheid.
Dan weet je: het is over.
The point of no return. Want hoe harder hij zal proberen om het vuur
weer aan te wakkeren, des te dieper zinkt hij weg in het moeras van
de nakende liefdesbreuk. Geen redden meer aan.
Liefdesverdriet is rauw en
vlijmscherp en achtervolgt je als een pitbull. Het mes in je borst
wentelt rond zonder de uitgang te vinden. Elke herinnering een
pijnlijke steek.
Liefst zou je weglopen van
jezelf, of ten minste elke dag een uurtje pauze krijgen van deze
kwelling.
Je leven is over zijn
hoogtepunt, zo goed als gisteren kan het nooit meer worden. De wereld
hult zich in schemering. Je bent in een zwart-witfilm beland.
Voorzichtig raap je de
scherven bij elkaar. Met de moed der wanhoop overleef je verder, niet
begrijpend waar de mensen om je heen zich zo vrolijk om kunnen maken.
Het leven is geen lolletje.
En dan gebeurt het! Een
nieuwe liefde kruist je pad. Wat je dacht nooit meer te voelen is er
weer, en ook dit voelt eeuwig. Alleen, nu weet je: 'tot de dood ons
scheidt' is een zoete wens, geen belofte. Bovendien ken je de prijs
van het risico. Je weet dat je geliefde je kan breken, en dat
herlijmen littekens laat. En dat je ook dat weer zal overleven. Maar
in al die kwetsbaarheid zet je toch je hart weer open. En dat, juist
dat vind ik zo mooi aan de tweede liefde.