Voor de laatste keer loopt
hij het inloophuis uit. Definitief gedaan ermee. Gesloten. De buurt is blij. Geen
vieze daklozen meer die voor hun deur rondhangen. En
kapitaalkrachtiger klanten afschrikken. Proper opgekuist.
Hij weet het wel, dat hij
niet altijd de aangenaamste mens is. Dat komt door die leeuw, die in
zijn borst woont. Het beest is er altijd geweest. Maar de laatste
jaren, nadat hij door Yvette is buitengezet, is het wat meer gaan
brullen.
Vroeger ging hij joggen in
het bos als hij voelde dat zijn leeuw opstandig werd. Dat hielp. Het
beest werd er moe van, van al dat geloop. En midden in het bos mocht
hij eens goed zijn muil openzetten. Als er geen andere lopers waren,
hij zou die mensen anders de schrik op 't lijf gejaagd hebben.
Hij had nooit gedacht dat
zo'n cliché hém zou overkomen: zijn vrouw in bed betrappen met de
postbode, de leeuw die wat hard brulde tegen haar advocaat en tegen
de rechter, en voilà. Ook de kinderen komen niet meer. Naar waar
zouden ze? Hij heeft hen zelfs geen dak meer te bieden, want al zijn
geld is naar hun grillen gegaan. En naar die van hun moeder.
De alimentatie was niet
meer te dragen nadat hij ontslagen was, wegens herhaalde malen te
laat en in redelijk beschonken toestand op zijn werk aan te komen
waggelen. En de leeuw had het net iets te benauwd gekregen in de
bureaus van de sociale woning, de dop en later bij het OCMW.
Zodoende was het
inloophuis zijn thuis geworden. Voor overdag. Een kletske met zijn
maten, een klopke op zijn schouder, een grap en een grol, en de
warmte die langzaam in zijn lijf drong, vinger voor vinger, teen voor
teen. En goed eten. Ook al had hij wel eens durven zagen dat ge dat
eten nog niet aan een schurftige hond zou presenteren.
Van tijd tot tijd, als
zijne leeuw de beest had, werd hij even buiten gezet om te gaan
afkoelen. Dan ging hij langs 't Scheld wandelen. Brullen tegen de
boten. Soms toeterden ze terug, nog harder dan zijn gebrul.
Als
hij terug rustig was mocht hij weer binnen. Nee, ze waren daar
zo slecht nog niet.
Maar ja, Homans dacht er
anders over hé. Die zit daar maar in de gazetten te wauwelen dat er
een constructieve oplossing gevonden is waar alle partijen achter
staan. Alle medewerkers en vrijwilligers stonden perplex. Zelfs zijne
leeuw liet van alteratie zijn bek openvallen bij zoveel leugens.
Dat ze wilde zorgen voor
de zwakkeren in de samenleving, zei ze. En dat alle daklozen in een
ander huis terecht kunnen. Wat ze er niet bij verteld heeft, is dat
dat kot waar zij over spreekt geen inloophuis is maar een
inloopdouche!
Hygiëne boven alles. En braaf en dankbaar knikken, dat
ook.
Ja, die Homans, een
slimmeke is het wel. Pel voor pel peutert ze van die ajuin. En alleen
wie er midden in zit, die voelt wat ze doet. De rest van de mensen
leest in de gazet dat ze het zo menselijk heeft opgelost. En denkt:
zo slecht doet die dat niet, eigenlijk.
Maar goed, dat belooft dus
in dat nieuw kot, met dat beest in zijn borst. Een maand of zo kan
hij dat wel koest houden. Maar veel langer gaat niet lukken.
En dat
nieuw kot pikt zoiets niet. Dus dat wordt een flop, dat voelt hij nu
al aan zijn water.
Enfin, hij kan altijd eens
proberen bij de Zoo aan te kloppen. Daar krijgen de wilde beesten
eten en onderdak. En ontzag als ze hun tanden eens goed laten zien.