Laatst was het weer zover. Een
vriendin die bijna in tranen uitbarstte bij het idee dat het vanaf nu altijd
anders zou zijn. Minder. Na alles wat ze al had doorgemaakt. Nu dit nog. En
nee, er was haar geen onrecht aangedaan door een man die uit haar leven was
gestapt, of een geweldige job die ze kwijt was. Ze besefte alleen dat ze in de
menopauze zat. Of, correcter, eindelijk besefte ze dat het dàt was wat haar
leven de laatste tijd tot een hel maakte. Niemand die haar had verwittigd.
Waarom heeft niemand iets gezegd? Zij is toch niet de eerste vrouw die die
hierdoor moet?
Toen ik zelf in die rollercoaster
zat had ik me heilig voorgenomen erover te schrijven. Het taboe te doorbreken.
In plaats van het proberen te verbergen.
Want elke vrouw moet voor deze venijnige
staart verwittigd worden. Zodat ze beter gewapend is. En als het zover is moet
ze beschouderklopt en geknuffeld worden. En getroost. Dat het niet voor altijd
is dat ze zich tien jaar ouder voelt dan haar officiële leeftijd. Dat ze zich
daarna gewoon terug haar eigen ik zal voelen, zonder zich af te vragen wie die
rare vrouw is die altijd zo giftig doet, niet om aan te zien is en als een
tweejarige jankt als haar boterham met de verkeerde kant naar onder valt. Die
een huid heeft die plots verschrompelt, inclusief de vroeger zo geëerde vrucht,
die alle sappigheid verliest en als vuurrood door de zon verbrand vel voelt bij
de geringste aanraking. En terwijl ze zo probeert te vermageren, de kilo’s niet
kan volgen die erbij komen als een te hard opgeblazen zwemband rond het middel.
Die terug zo onzeker is dan tijdens haar puberjaren en ervan overtuigd is dat
ze met stip de lelijkste van de bende is. Die vreest dat haar vriend op een
jonger exemplaar zal vallen. Ook hij moet het immers stellen met dat oud kreng.
Daarbij drijft hij ‘s nachts mee weg op die zee van zweet die vroeger door
golven passie werd gevormd maar nu zonder bijgaand plezier het bed bevochtigt.
En ik heb het dan nog niet over de ontregelde thermostaat die haar gezicht op
de meest ongelukkige momenten in een tomaat verandert en haar lijf doet stomen
tot ze er onpasselijk van wordt. En de schaamte daarover, de schaamte over elke
vochtige plek die ze nalaat als ze haar hand ergens wegneemt of van een stoel
opstaat. Om nog maar te zwijgen over haar ieler wordend haar waarvan een deel
‘s morgens in trieste draden op haar hoofdkussen blijft liggen als zij opstaat. Ze doet verwoede pogingen om zichzelf te ontlopen, ze heeft niks met
dat vervelend mens, ze wil ervan af.
Ik ging erover schrijven en ik heb
het niet gedaan. Shame on me.
Dus bij deze, voor alle vrouwen die
het nog niet weten: het enige voordeel is dat je stopt met bloeden en je dus
niet meer moet afvragen of je tampons bijhebt en of je die vergadering nog wel
tot de koffie kan uitzitten zonder gevaar op lekken. Voor de rest is er dus
echt niks gezelligs aan.
Maar het betert. Plots zal je
beseffen dat je weer grapjes kan maken en terug energie krijgt, weer
aanpassende kleren kan dragen en wel eens een dag zonder thermische ongelukjes
leeft. Je schrikt niet meer telkens van die vrouw die op je af komt als je naar
de spiegel stapt en je vindt soms terug dat iets ‘je wel past’. Je kan weer
gelukkig zijn met een sneeuwbal in je nek en je kan al eens gewoon smakelijk
eten zonder daarvoor afgerekend te worden op de weegschaal. Je wordt je lichaam
weer wat de baas, en je kan er terug van (laten) genieten. Dus, hou vol, dames.
En aan alle anderen: Laat je
menopauzale vriendinnen huilen, zeuren en blazen, luister naar hen als naar
opstandige pubers en knik begrijpend. Troost.
Omarm.
Maar vooral: laat ons erover praten,
weg met het taboe.