Pagina's

02 april 2014

kleuterklas

Ik heb altijd een enorme bewondering gehad voor kleuterjuffen. Hoe ze met een paar zachte woorden een bende ongeleide projectielen rustig en aandachtig krijgen. Hoe doen ze dat?

Ik kan er niet aan tippen. Mijn kleuters leiden een eigen leven. En hebben zo hun goestingskes. Het zijn geen echte kleuters hoor, ze leven in mijn hoofd.
Een overvolle klas. Ze zijn met veel te veel. Mijn piepjonge ideeën.

Wat ben jij toch creatief!”, hoor ik wel eens iemand met een vleugje jaloezie verzuchten. Ja, dat zal wel, maar ga er maar eens aanstaan. Al mijn kleuterideeën hangen aan mijn rokken, trekken aan mijn armen en roepen om mijn volle aandacht. “Ik eerst, ik eerst!”. Ze vertrappelen elkaar, en ik moet moeite doen om op mijn benen te blijven. Want een idee is niet zoiets als een kabbelende gedachte. Een idee, hoe jong ook, vraagt om actie. Het wil gepland en verwezenlijkt worden. En liefst snel. Gisteren nog, als het even had gekund.

Zo vecht de toekomstige verbouwing van ons plat dak tot terras met een nog te verzinnen recept met venkel en gehakt, waarbij het patroon voor een binnenkort te naaien broek van de gelegenheid gebruik maakt oogcontact met mij te zoeken. Een vers nog te schrijven verhaal schopt venijnig tegen de schenen van een half ontworpen schemerlamp. De heftig discussiërende bende ter herinrichting van mijn bureau probeer ik nu even te negeren.

Van discipline hebben ze nog nooit gehoord, mijn kleuters. Ze zijn zo egoïstisch als de pest, en ik krijg ze niet opgevoed. Alles heb ik al geprobeerd. 
Maar ze kunnen me geen seconde met rust laten. Jawel, als ik ze langdurig voor TV leg, dan zijn ze even kalm. Of als ik een stevige wandeling maak. Dan vallen ze door het ritmisch heen en weer schommelen wel eens in slaap.

Vandaag maak ik geen wandeling en kijk ik geen TV, en zijn ze dus niet te stuiten. En ik heb het gehad! Ik hou van hen, echt waar, van allemaal, maar ze moeten eens leren hun beurt af te wachten. Dus wat ze niet van me kennen gebeurt. 
Ik brul boven hen uit. “Stilzitten! Allemaal! En zwijgen!” Het kweken van groenten op onze koer probeert nog even recht te staan, maar ik bliksem het neer met een stalen blik. Zo. Die zijn rustig. Benieuwd wat er gebeurt als ik mijn rug weer draai.