Een koffie bestellen doe
ik tegenwoordig met een klein hartje. Soms word ik namelijk bekeken
of ik in een boekenwinkel “een boek” vraag. Want 'een koffie'
bestaat niet meer. Het is een Ristretto, of een Lungo. Arabica of
Robusta. Met of zonder melkschuim. Met of zonder honing op dat
melkschuim. En als je niet snel “Neee!” roept, ook nog met
snoepjes erop.
Nog erger wordt het
als je zo'n 'Nespresso' machine cadeau krijgt. Goed bedoeld, maar dan
begint de misère pas echt. Want de cups die je erbij kreeg raken
snel op, en helaas kan je die niet aanschaffen in de winkel op de
hoek.
Je moet er dus tijd voor maken en naar een daartoe speciaal
ontworpen
koffieparadijs gaan.
Uit ondraaglijke
nieuwsgierigheid stap ik er één binnen. Alles geurt en kleurt hier
naar koffie. Aan de muur hangen honderden kleine cups in
hypnotiserende rijtjes naar het plafond toe.
Ik krijg volgnummer 10.
Elf strakke donkere pakken kijken me welwillend aan. Iedereen wacht.
De stilte voor de koffie. En net als ik wil vragen of ik iets
speciaals moet doen met mijn nummertje, komt er toch als door een
wesp gestoken een schijnbaar willekeurige koffieman op mij af.
“Ik kom alleen
maar informatie vragen, ik heb nog geen machine maar ik denk dat mijn
man die voor mij gaat kopen, ...” lieg ik schaamteloos. En zet
daarmee de koffiemolen in werking die me mee zal voeren langs aroma's
en koffiesoorten, intensiteiten en smaaksensaties, en dit alles in
ecologisch verantwoorde en recycleerbare cups, waar je bovendien een
handig afvalcontainertje bij kan kopen.
Ik weet uit
beroepsmisvorming dat je bij het onderwijzen van een nieuwe taal niet
meer dan een zevental nieuwe begrippen per uur mag aanbrengen, mijn
koffiepsycholoog zit daar binnen de paar minuten al over. Zijn handen
fladderen over de kleurige cupjes en frazelen ingestudeerde
beschrijvingen die ik straks nog eens in mijn glanzende folders zal
kunnen herlezen.
Het praatje cirkelt
duizelingwekkend rond mijn hoofd. Ik word bevraagd op mijn karakter
en smaak, om zo de voor mij perfecte koffiecup te kunnen selecteren.
De andere verkopers staan er, elk achter hun eigen desk, enthousiast
op toe te kijken hoe ik stilaan dronken word.
En dan mag ik die ene
speciaal voor mij samengestelde koffie proeven.
Gratis en voor niks.
De echte koffiesensatie met een perfecte schuimlaagje. Zwart. Want zo
wil ik het.
Het is een lekker
koffietje.
Als ik mijn mannetje beken
dat het voor mij zelfs nog iets straffer mag, glimlacht hij: “Ik
zie het al, een échte koffiedrinker.”
Al slurpend droom ik dat
er voortaan bij het aflopen van mijn wekker een team op de been is om
de best met mijn stemming, het weer en mijn plannen voor die dag
accorderende koffie in mijn handen te duwen.
Naar de prijs moet ik zelf
vragen. En die verbaast me niks. Want al doen de verkopers alsof ze
het allemaal uit pure passie doen, op het eind van de maand willen ze
natuurlijk ook hun deel van de koffiekoek. Benieuwd hoeveel kruimels
er daarna nog overblijven voor de echte koffieknoefters, die wellicht
zonder Nespresso-pauze moeder aarde helpen bij het baren van die
wonderlijke bonen.
Ik krijg plots genoeg van
dit circus, begeef me naar de exit en denk met liefde aan de
plastieken koffiefilters van 'Bij de Postduif'.