Pagina's

24 november 2012

koffie

Een koffie bestellen doe ik tegenwoordig met een klein hartje. Soms word ik namelijk bekeken of ik in een boekenwinkel “een boek” vraag. Want 'een koffie' bestaat niet meer. Het is een Ristretto, of een Lungo. Arabica of Robusta. Met of zonder melkschuim. Met of zonder honing op dat melkschuim. En als je niet snel “Neee!” roept, ook nog met snoepjes erop.

Nog erger wordt het als je zo'n 'Nespresso' machine cadeau krijgt. Goed bedoeld, maar dan begint de misère pas echt. Want de cups die je erbij kreeg raken snel op, en helaas kan je die niet aanschaffen in de winkel op de hoek. 
Je moet er dus tijd voor maken en naar een daartoe speciaal ontworpen koffieparadijs gaan.

Uit ondraaglijke nieuwsgierigheid stap ik er één binnen. Alles geurt en kleurt hier naar koffie. Aan de muur hangen honderden kleine cups in hypnotiserende rijtjes naar het plafond toe.
Ik krijg volgnummer 10. Elf strakke donkere pakken kijken me welwillend aan. Iedereen wacht. De stilte voor de koffie. En net als ik wil vragen of ik iets speciaals moet doen met mijn nummertje, komt er toch als door een wesp gestoken een schijnbaar willekeurige koffieman op mij af.

Ik kom alleen maar informatie vragen, ik heb nog geen machine maar ik denk dat mijn man die voor mij gaat kopen, ...” lieg ik schaamteloos. En zet daarmee de koffiemolen in werking die me mee zal voeren langs aroma's en koffiesoorten, intensiteiten en smaaksensaties, en dit alles in ecologisch verantwoorde en recycleerbare cups, waar je bovendien een handig afvalcontainertje bij kan kopen.

Ik weet uit beroepsmisvorming dat je bij het onderwijzen van een nieuwe taal niet meer dan een zevental nieuwe begrippen per uur mag aanbrengen, mijn koffiepsycholoog zit daar binnen de paar minuten al over. Zijn handen fladderen over de kleurige cupjes en frazelen ingestudeerde beschrijvingen die ik straks nog eens in mijn glanzende folders zal kunnen herlezen.

Het praatje cirkelt duizelingwekkend rond mijn hoofd. Ik word bevraagd op mijn karakter en smaak, om zo de voor mij perfecte koffiecup te kunnen selecteren. De andere verkopers staan er, elk achter hun eigen desk, enthousiast op toe te kijken hoe ik stilaan dronken word.

En dan mag ik die ene speciaal voor mij samengestelde koffie proeven. 
Gratis en voor niks. De echte koffiesensatie met een perfecte schuimlaagje. Zwart. Want zo wil ik het.
Het is een lekker koffietje.
Als ik mijn mannetje beken dat het voor mij zelfs nog iets straffer mag, glimlacht hij: “Ik zie het al, een échte koffiedrinker.”

Al slurpend droom ik dat er voortaan bij het aflopen van mijn wekker een team op de been is om de best met mijn stemming, het weer en mijn plannen voor die dag accorderende koffie in mijn handen te duwen.

Naar de prijs moet ik zelf vragen. En die verbaast me niks. Want al doen de verkopers alsof ze het allemaal uit pure passie doen, op het eind van de maand willen ze natuurlijk ook hun deel van de koffiekoek. Benieuwd hoeveel kruimels er daarna nog overblijven voor de echte koffieknoefters, die wellicht zonder Nespresso-pauze moeder aarde helpen bij het baren van die wonderlijke bonen.

Ik krijg plots genoeg van dit circus, begeef me naar de exit en denk met liefde aan de plastieken koffiefilters van 'Bij de Postduif'.