De
minister stelt voor om de verlofdag op Pinkstermaandag af te
schaffen. Dat zorgt voor extra inkomsten, lees ik in de krant. Wel,
dat komt nu echt slecht uit!
Ik
heb namelijk een idee, waarbij er juist een extra feestdag komt. Om
de vier jaar, op 29 februari. Schrikkeldag. Een feest ontdaan van
elke politieke, geschiedkundige, godsdienstige of familiale
achtergrond.
Net
na Valentijn vliegen we allemaal door het huis voor
'De Grote Schrikkelronde'
'De Grote Schrikkelronde'
We trekken kasten open en vragen ons bij elk voorwerp af of het de
laatste vier jaar wel van enig levensverfraaiend nut is geweest.
Zoniet, dan kan het waarschijnlijk geschrikkeld worden.
Geen
schuldgevoel als je iets niet kwijt wil.
Zo
heb ik nog babyhemdjes die mijn moeder zelf heeft gemaakt, de handen
op de hoogzwangere buik leunend, en die mijn broers, ikzelf, en ook
mijn kinderen als boreling hebben gedragen. Ik zie er mijn
kleinkinderen al in liggen, stampend met hun mollige beentjes. Die
hemdjes gaan dus niet in de schrikkel.
Maar
deze gruwelijk spannende thriller wel, want die lees ik nooit
opnieuw. Ik weet namelijk hoe hij afloopt en daar gaat het bij dit
verhaal om. Ondertussen staat hij in de boekenkast, gelezen boek te
wezen. Om de twee weken wordt hij eens afgestoft. Verder is zijn
enige bijdrage het dichtslibben van ons huis. Daarbij geholpen door
zijn collega's aangekochte leuke, maar er nu niet meer zo toe doende
artikelen, die je toch ook niet met goed fatsoen weg kan gooien.
Samen stapelen ze zich op in een steeds uitgebreider assortiment
kasten.
En om één of andere reden zijn er altijd verleidelijker
bezigheden dan dozen naar de kringwinkel slepen. Dus wordt de
thriller een schrikkelboek.
Op
29 februari is het dan zover. Iedereen vrij. 's Morgens wordt een
hapje en een drankje klaargezet. Eerst is het schrikkeltijd voor de
naaste buren, links en rechts . Elke schrikkel die hen kan bekoren
mogen ze zich toe-eigenen.
En wij bij hen.
En wij bij hen.
Het
is een neem-mee-wat-je-leuk-vindt-of-denkt-te-kunnen-gebruiken-beurs.
Geen passen en meten. Geen ruilen of kringlopen. Gewoon. Pak weg!
Neem er nog eentje!
Tegen
's middags loopt de hele straat de burendeuren plat. Heerlijk
snuisteren in elkaars spullen. Een gezapig feest. Mensen zijn blij
met hun nieuwe hebbedingetjes, een beetje tipsy van de vele drankjes
en blostig van de lekkere hapjes. Ze hebben nieuwe buren leren kennen
en bijgebabbeld met de oude.
Door
de jaren heen ontwikkelt zich het jargon:
“Valt
er hier nog wat te schrikkelen?”
“Een
fijne schrikkel!” “Voor jou ook!”
“Heb
je nog een jas in de schrikkel?”
“En
wat doe je met het overschot?”, vraagt de zure criticaster gevat,
“Dat wat in de schrikkelhoek blijft staan?”.
Maar
ook dat is simpel. Een goede schrikkelziel (en elke buurt heeft er
altijd wel zo één), brengt het collectieve schrikkelrestant wel
even naar de kringwinkel.
Vanaf nu is 1 maart om de vier jaar hoogdag voor de kringloopbusiness. Altijd prijs. Volle rekken nieuw spul.
Vanaf nu is 1 maart om de vier jaar hoogdag voor de kringloopbusiness. Altijd prijs. Volle rekken nieuw spul.
Maar...
het blijkt geen goed idee te zijn voor onze Belgische economie.
Ook
al kan je bij het tweede schrikkelfeest ongetwijfeld al
schrikkeljenever,
-kasten,
-zakken en -worst kopen, in alle schrikkelkleuren.
Het
kan helaas niet de bedoeling zijn dat je zomaar spullen uitdeelt,
waardoor mensen die niet meer gaan kopen.
Daar
had ik natuurlijk geen rekening mee gehouden. Dom van mij.
Ik
geef toe, ik dacht puur en alleen aan warm-menselijk genieten.