“Kunde gelle ni
àchter mekaar rije?”
Ze spuwt pure gal. Liefst
zou ze ons omver rijden. Of ons laten opsluiten voor een paar dagen.
Water en brood. Dat we het voelen.
Nochtans is het pad breed
genoeg voor minstens vier fietsers. Maar zo kunnen we niet beginnen.
Regels zijn regels, en met gezelligheid kunnen we geen rekening
houden. Daarvoor zijn we met teveel.
Ik kan er niet tegen. Ik
wil en zal er nooit aan wennen, aan zulke bitsige anonieme aanvallen.
Het raakt me. Diep in het hart.
Het is als onverwacht met
je blote voet in een vlijmscherp stuk glas trappen. De eerste paar
seconden sta je alleen verdwaasd de schade op te nemen en pas dan
slaat de pijn in alle hevigheid toe. Om nog lang na te zeuren
vooraleer de wonde echt geheeld is.
Nu wil het toeval dat
juist op deze dag de ruimte in mijn agenda te klein is om de vele
feestjes te noteren waar ik zeker niet wil ontbreken. Ik zap van de
gemoedelijke straatbarbecue naar het verjaardagsfeest van de alleen
in leeftijd oude knarren. Vervolgens nog naar het mega buitengebeuren
met stomende optredens en een massa deinend mensenvlees. En elk feest
blinkt van de good vibes. Een hele dag genietkoppen om me
heen.
Dicht bijeen is warm, en
dat geldt niet alleen voor de frisse buitentemperatuur.
We zijn niet met teveel
voor gezelligheid. Ik voel het daar waar de glasscherf zat.
Een warme genezende gloed.
Bedankt, merci! Voor het
juiste tegengif.