Pagina's

30 januari 2012

het mysterie van het leven (1): de witte broek


Ik volg ze steevast met mijn blik, de vrouwenderriére in witte broek. 
Ik kan er niks aan doen. 
Het triggert mijn nieuwsgierigheid: hoe doet ze dat?
Op zich is het al opmerkelijk dat ze de broek zo spierwit krijgt. Welk wasmiddel gebruikt ze? En hoeveel?
Maar nog straffer: hoe houdt ze haar broek zo wit?
Zij gaat toch ook wel eens zitten? Zij heeft toch ook een kind of kleinkind met snottebellen en plakpollen?
En zij schuurt toch ook wel eens langs de ketting van haar fiets?
Welk speciaal trainingsprogramma heeft zij gevolgd?
Is het een missie, waar andere levensbehoeften voor moeten wijken?

Ik bekijk haar met speciale eerbied, maar ook met argwaan. 
Wat schuilt er achter het witwassen van die broek?
Heimelijk verdenk ik zo'n vrouw ervan dat ze wekelijks een nieuwe koopt. 
Of heeft ze een slaaf in huis die de grauwe plekken elke dag met niet aflatende inspanning weer wit schrobt? 
Misschien bestaat er wel een speciaal product, 'witbroeksel' of zo.

Eenmaal in mijn toch al behoorlijk rijpe leven heb ik me eraan gewaagd.
Het was een mooie losse katoenen zomerbroek. Spierwit. Na een uur was ze rijp voor de wasmand. Het lijkt wel of zo'n broek een ingebouwde vuilmagneet heeft. 
Bij de derde wasbeurt ging het mis: er was stiekem een rode sok mee in de wasmachine geglipt. De broek eindigde, met enig schaamroze, in de zak voor spullenhulp.

Het blijft dus een mysterie, maar één ding staat vast: zo'n broek is niks voor mij. Gewogen en te wit bevonden.



21 januari 2012

homo obesitas

“Herkent u zichzelf in deze foto? Bel snel, dan mag u gratis mee naar Sevilla.” Zo moet het gegaan zijn. Het is de enige plausibele uitleg. En nu zitten ze hier rondom ons op dit zonnig terras, gezellig kletsend. Een paar dozijn. Veertig plus, een buik, gemillimeterd en gezonnebrild hoofd en een klein baardje. Alleen de gezichtsuitdrukking onderscheidt Julien van Jean Pierre. En de omvang van de buik : Van XL tot XXXL. We worden omsingeld door een massa gekloond vlees.


Kleine details verraden dat deze lookalike uitgezakte huisvaders andere bezigheden hebben dan hangpubers naar het voetbal slepen en inwijden in de kunst van het vrouwen versieren. Ze werpen elkaar steelse blikken toe en showen hun hippe horloges. “Mon chouchou”, wordt er in een oor gefluisterd, en plagende vingers lopen liefdevol over een rug naar de rand van een broeksriem.

De homo obesitas.

Bij een gevatte opmerking veranderen ze in een vrolijke meute opgedraaide speelgoedbeertjes die schuddebuikend afgaan tot stilstand. Ondertussen peuzelen ze kwebbelend van hun tapas en drinken grote pinten bier en large cola's. Ze genieten. Met volle teugen.

Na de loommakende hap torsen hun stevige kuiten de zorgvuldig verzamelde kilo's naar het hotel. Tijd voor een welverdiende siësta. We blijven een beetje verbouwereerd achter. Weer een cliché doorprikt.

09 januari 2012

hombeek city


Het café lijkt gesloten, er brandt geen licht. Maar toch, Germaine staat achter de toog. Ze is weer slecht te been vandaag.

Wat het moet zijn.
Een koffie. En of ze ook iets te eten heeft.
Nee. Alleen een stuk chocolat. Maar de bakker is aan de overkant en die verkoopt alles. Ze zal wachten met de koffie tot ik terug ben. (Je haalt meer bij de warme bakker dan brood alleen.)

Gaston staat niet meer achter de toog. Zijn gezicht hangt in een kader aan de muur, een veel te vol glas sherry aan de mond. (En aan de neus te zien niet zijn eerste). Het afwezige lijf zit in zijn zetel, onder zijn foto.

Tijden geleden hebben ze nog de moed verzameld om de muren eens af te wassen. Lang hebben ze het niet volgehouden: één vierkante meter lichter geel op een okerkleurige muur. Zijn hart. Haar slecht been. En ze moesten ook de klanten bedienen ondertussen. En een klapke doen. (Je haalt meer....)

Den dikken tattoo zit met zijn koffie aan de toog.
- Nee, ik heb nergens geen goesting niet meer in. Gisteren heb ik een vensterbank geschilderd. Eén! Toen had ik geen goesting niet meer.
Mei '68 van achter zijn tafel:
- Amai, de dag dat ik met pensioen ga zoek ik direct vrijwilligerswerk.
- Waarvoor zoudt ge dat wel doen?
- Mijnen dag moet gevuld zijn. Wat doet een mens anders heel den dag?
- Tv kijken, en hier iets komen drinken. (Tegen mij en mijn broodjes) Ge had anders bij mij mogen komen eten madam. Spiegeleieren. Direct klaar in de pan en weinig afwas. Afwassen, dat doe ik niet graag.
- Allé, ge hebt niks anders te doen.
- Ik heb in niks geen goesting niet meer. Gisteren kwam de Ronny Rottentand langs met zijne moto. Geen assurance of niks niet. Kom, zegt hij, we gaan rijden. Maar ik had geen goesting.
- Ja, die gasten, met niks in orde. En als ze dan in de problemen komen, dan vliegen ze in den bak. Maar dat is vakantie voor die mannen. Eten, verwarming, en een bed. Meer hebben die niet nodig. Als ge niks hebt kunt ge niks verliezen.

Ik zet mijn lege koffietas op de toog, dat scheelt twintig stappen voor het been.
- Dankuwel. Dat is vriendelijk. 1 euro 20 alstublieft.
- Merci. 't Was een lekkere filter. Dag allemaal.
- Dag madam!

Gaston kijkt vanuit het fotokader naar zijn klandizie. Niks nieuws onder de zon sinds hij er niet meer is. Er wordt alleen minder sherry gedronken.

08 januari 2012

loopschoenen


Nog twee keer twee minuten joggen, afgewisseld met drie minuten wandelen. Evy Gruyaert spreekt moed in onze iPod oortjes.

Het hart bonst rood in het hoofd maar we glimlachen naar die ander die ons met een blik van herkenning kruist. Ook met flashy loopschoenen, en plassen mijdend. Dat kloteweer ook.
De nieuwe sportbroek knelt vervelend om de buik, maar lang zal dat niet duren. Binnen twee maand, zo'n vijfentwintig loopbeurten verder, zit ze als gegoten.
Het is druk in het park. Het loopt vol goede voornemens.
Gezonder leven, meer tijd voor vrienden en minder alcohol, de kinderen meer aandacht geven, of er juist van los komen, vermageren, de zolder opruimen en in de Tv-programma's het kaf van het koren scheiden.
Een vol jaar respijt om onze doelen te bereiken. Wat een luxe!
Maar we gaan niet talmen, we beginnen er meteen aan. We kennen dat.

Tegen Pasen is het respijt ontdaan van de re- en voelen we ons karakterloze losers. Luie balen stro zonder wilskracht.
De sportbroek ligt onder in de kleerkast. Zelfs met ingetrokken buik passen we er niet meer in. De sportschoenen blinken nog .
Over onze voornemens voor 2013 zullen we niet lang hoeven na te denken.