Pagina's

04 februari 2014

de leeuw

Voor de laatste keer loopt hij het inloophuis uit. Definitief gedaan ermee. Gesloten. De buurt is blij. Geen vieze daklozen meer die voor hun deur rondhangen. En kapitaalkrachtiger klanten afschrikken. Proper opgekuist.

Hij weet het wel, dat hij niet altijd de aangenaamste mens is. Dat komt door die leeuw, die in zijn borst woont. Het beest is er altijd geweest. Maar de laatste jaren, nadat hij door Yvette is buitengezet, is het wat meer gaan brullen.

Vroeger ging hij joggen in het bos als hij voelde dat zijn leeuw opstandig werd. Dat hielp. Het beest werd er moe van, van al dat geloop. En midden in het bos mocht hij eens goed zijn muil openzetten. Als er geen andere lopers waren, hij zou die mensen anders de schrik op 't lijf gejaagd hebben.

Hij had nooit gedacht dat zo'n cliché hém zou overkomen: zijn vrouw in bed betrappen met de postbode, de leeuw die wat hard brulde tegen haar advocaat en tegen de rechter, en voilà. Ook de kinderen komen niet meer. Naar waar zouden ze? Hij heeft hen zelfs geen dak meer te bieden, want al zijn geld is naar hun grillen gegaan. En naar die van hun moeder.

De alimentatie was niet meer te dragen nadat hij ontslagen was, wegens herhaalde malen te laat en in redelijk beschonken toestand op zijn werk aan te komen waggelen. En de leeuw had het net iets te benauwd gekregen in de bureaus van de sociale woning, de dop en later bij het OCMW.

Zodoende was het inloophuis zijn thuis geworden. Voor overdag. Een kletske met zijn maten, een klopke op zijn schouder, een grap en een grol, en de warmte die langzaam in zijn lijf drong, vinger voor vinger, teen voor teen. En goed eten. Ook al had hij wel eens durven zagen dat ge dat eten nog niet aan een schurftige hond zou presenteren.

Van tijd tot tijd, als zijne leeuw de beest had, werd hij even buiten gezet om te gaan afkoelen. Dan ging hij langs 't Scheld wandelen. Brullen tegen de boten. Soms toeterden ze terug, nog harder dan zijn gebrul.
Als hij terug rustig was mocht hij weer binnen. Nee, ze waren daar zo slecht nog niet.

Maar ja, Homans dacht er anders over hé. Die zit daar maar in de gazetten te wauwelen dat er een constructieve oplossing gevonden is waar alle partijen achter staan. Alle medewerkers en vrijwilligers stonden perplex. Zelfs zijne leeuw liet van alteratie zijn bek openvallen bij zoveel leugens.

Dat ze wilde zorgen voor de zwakkeren in de samenleving, zei ze. En dat alle daklozen in een ander huis terecht kunnen. Wat ze er niet bij verteld heeft, is dat dat kot waar zij over spreekt geen inloophuis is maar een inloopdouche!
Hygiëne boven alles. En braaf en dankbaar knikken, dat ook.

Ja, die Homans, een slimmeke is het wel. Pel voor pel peutert ze van die ajuin. En alleen wie er midden in zit, die voelt wat ze doet. De rest van de mensen leest in de gazet dat ze het zo menselijk heeft opgelost. En denkt: zo slecht doet die dat niet, eigenlijk.

Maar goed, dat belooft dus in dat nieuw kot, met dat beest in zijn borst. Een maand of zo kan hij dat wel koest houden. Maar veel langer gaat niet lukken. 
En dat nieuw kot pikt zoiets niet. Dus dat wordt een flop, dat voelt hij nu al aan zijn water.

Enfin, hij kan altijd eens proberen bij de Zoo aan te kloppen. Daar krijgen de wilde beesten eten en onderdak. En ontzag als ze hun tanden eens goed laten zien. 
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.